Top

Twee Brabantse bedrijven gaan voor de ware winst

Tekst: Jan Juffermans | Beeld: Pixabay

Betekenis-economie, Circulaire economie, Donut-economie, Duurzame economie, Purpose-economie, Welzijns-economie, Zorgeconomie: er circuleren nu vele namen, en gelukkig maar. Want het is een teken dat er duidelijk aan een nieuwe economie wordt gewerkt. En dat is hard nodig, om vele sociale en ecologische redenen. Economische groei maakt plaats voor andere waarden.

Inspirerend boek

Een van de manieren om de mooie ambities concreet te maken is de praktische methode van de Economy for the Common Good (ECG). In 2018 kwam daar in Nederland een inspirerend boek over uit met de titel ‘Ware Winst’ , geschreven door Christian Felber, een Oostenrijkse politicoloog. Met zijn vernieuwende economische aanpak werkt Felber intussen met een paar duizend bedrijven en gemeenten in Europa en Zuid-Amerika. En er is ook in Nederland een landelijke ECG-organisatie. Meer informatie: www.ecogood.org/visie

Pioniersbedrijven

De werkgroep ‘Ware Winst Brabant’ ging van start met enkele pioniersbedrijven; samen om de tafel, wat de peer-methode wordt genoemd. Twee bedrijven zijn nu met die peer-begeleiding, als eerste in Nederland, ECG-gecertificeerd. Gewerkt werd met de zogeheten Common Good Matrix. Daarmee meet je de bijdrage van het bedrijf aan het algemeen belang. Dit zijn de twee bedrijven die nu de eindstreep hebben gehaald: Baril Coatings, verffabrikant in Den Bosch en Etten-Leur en Snew, refurbish-bedrijf voor elektronische producten in Boxtel.

Meer waarden creëren

De bedrijven bespraken dus hun activiteiten en resultaten onderling en met de werkgroep. Ze zijn nu officieel ECG-gecertificeerd en kregen in maart hun certificaat uitgereikt. Het gaat om het concreet werken aan een duurzame economie en het creëren van meer waarden dan alleen maar geld. En dat streven wordt samengevat in de matrix. Het belangrijkste zijn daarbij de inspanningen op sociaal en ecologisch gebied, naast transparantie en ook democratisch functioneren.

Wat vindt u van dit artikel?

Jan Juffermans was van 1978 tot 2010 eerst hoofdredacteur en uitgever, en later beleidsmedewerker mondiale duurzaamheid bij De Kleine Aarde in Boxtel. Hij zette zich vooral in voor de Agenda 21 en introduceerde in Nederland de term mondiale en ecologische voetafdruk: die geeft de hoeveelheid vierkante meters Aarde aan die elk mens gebruikt. Na zijn pensionering in 2010 werd hij zelfstandige onder de naam Voor Mondiale Duurzaamheid.[1][2] Juffermans is lid van het Platform Duurzame en Solidaire Economie, de Werkgroep Voetafdruk Nederland en Transitie Boxtel. Hij ontving in 2005 de eerste Duurzaamheidsprijs van de Gemeente Boxtel, werd in 2009 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en in 2010 stond hij op plaats 34 van de Duurzame 100 van het dagblad Trouw. Bij zijn afscheid van De Kleine Aarde kreeg hij een ingelijste Life-time Award - for pioneering Footprint thinking in the Netherlands and beyond - aangeboden door het Global Footprint Network en het World Wildlife Fund. Op Duurzame Dinsdag 2014 werd hij door het Genootschap Onze Taal onderscheiden wegens de nieuwe woorden die hij aan de taal toevoegde, waaronder fossielvrije gemeente, eerlijk Aarde-aandeel en Mondiale Ecologische voetafdruk en startte hij de actie om Aarde voortaan met een hoofdletter te schrijven.