Top

Corona en WO2: Chemie versus biologisch

De opinie zoals weergegeven in dit artikel is niet automatisch ook de mening van de redactie. Ook een ingezonden artikel in de Krant van de Aarde? Stuur uw mening naar: redactie@krantvandeaarde.nl

Tekst: Ine van Staveren | Foto’s: Pixabay

‘De grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog’, zo onderstreepte premier Rutte vorig jaar maart zijn ingrijpende coronamaatregelen. Uit de geschiedenis van de Duitse chemieconcerns sinds de vorige eeuw blijkt dat zijn vergelijking meer te maken heeft met die oorlog, dan de huidige maatschappelijke en economische ontwrichting.

Ook de lange historie van dierziektes, zoals mazelen, tbc en pokken, in hun besmettelijkheid op de mens, is vergelijkbaar met het hedendaagse verhaal van zoönoses en de verspreiding van corona. Beiden zijn het gevolg van de toenemende intensivering in de veehouderij.

Daarbij is de economie belangrijker dan gezondheid van de mens. Zoals ook Roel Coutinho, als voormalig directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) in 2016 al concludeerde over de Q-koortsgevolgen. ‘Volksgezondheid staat niet op één bij uitbraak van dierziekte.” (Zembla, 28-09-2016) De kans op nieuwe zoönose was toen al 100%!

Biologisch versus chemie

Zoönoses zijn het gevolg van de toenemende grootschaligheid, waarop wij sinds de uitvinding van de landbouw met dieren en de natuur omgaan, en hoe wij ons voedsel verbouwen en tot voeding maken. In die processen nam de macht van de chemische industrie alsmaar toe.

Vooral in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen meer boeren omschakelden van gangbare teelt naar biologisch, ontstonden er brede discussies over de schadelijke invloed van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen op ons voedsel. Sinds de Tweede Wereldoorlog was die chemische markt om de voedselzekerheid te waarborgen dusdanig gegroeid, dat er eigenlijk geen andere optie meer mogelijk leek.

De biologische pioniers hadden geen vertrouwen meer in deze manier van werken. De chemie putte hun grond uit, tastte hun gezondheid aan en hun kosten en afhankelijkheid namen toe. Volgens hen kan een gezond gewas alleen groeien op een gezonde bodem.

Ook nu voeden zij de grond met organische mest en compost en helpen zij de gewassen en hun veestapel op natuurlijke wijze met weerstand tegen ziektes en plagen. Een leerproces dat nooit eindigt en door zijn succes veel navolging heeft gekregen.

In Europees verband blijft de vraag naar biologische producten gestaag toenemen.

De praktijk van de chemieconcerns

Sindsdien is deze holistische denkwijze, over eigen gezondheid middels bodem en voedsel, in strijd met de chemische industrie en de daarmee verbonden economische belangen. De chemische concerns begonnen de biologische gezondheidsclaims te ondermijnen, zoals blijkt uit de documentaire Het kippenexperiment (Zembla, 16 okt. 2020). Dit was een vergelijkend wetenschappelijk onderzoek in opdracht van het Ministerie van Landbouw in 2005. Ondanks de overduidelijke uitkomst dat biologisch gehouden kippen veel meer weerstand hadden, weigerden de tegenstanders dit te erkennen.

Door de vele rechtszaken tegen de chemiegigant Monsanto, i.v.m. gezondheidsschade door hun giftige onkruidbestrijder Roundup, weten we nu hoe dit gif met medewerking van corrupte wetenschappers en lobbyisten in de markt wordt gehouden. (Zembla, 12-03-2020)

En iedereen kent de dramatische verhalen van Indiase boeren, die door de gedwongen afname van bestrijdingsmiddelen bij contracten voor genetisch gemodificeerd zaaigoed van deze concerns, in de financiële afgrond belandden. Volgens de FAO, de wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties, heeft intensieve landbouw de bodems in vele landen uitgeput. In hun Millenniumverklaring uit 2000 adviseren zij daarom vijf specifieke vormen van duurzame landbouw verder te ontwikkelen, waaronder de biologische landbouw.

Wereldwijde machtspolitiek

Hoe belangrijk de VN ook is voor wereldwijde samenwerking aan deze doelen, dit heeft de problemen met dierenmishandeling op markten zoals in Wuhan, en dus de gevaren van zoönoses, niet kunnen voorkomen.

Integendeel, een voorgesteld onderzoek vorig voorjaar, naar het ontstaan van het coronavirus in China, heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van de VN, in verlegenheid gebracht.

De grootmacht dreigde met maatregelen, maar betaalde opeens wel een veel grotere bijdrage aan de WHO: van 187,5 miljoen in 2019 naar 2 miljard dollar in 2020! Dit is viermaal de bijdrage van de Verenigde Staten en 10% meer dan de bijdragen in 2019 van Groot-Brittannië, de Europese Unie, Duitsland en Japan samen.

Met die grote bijdrage werd de wereldwijde kritiek in de kiem gesmoord.

Alleen Australië bleef onderzoek eisen en is nu verwikkeld in een dramatische exportoorlog met China. De Chinese regering heeft de importbelasting op gerst en wijn uit Down Under verhoogd en de quota voor Australische steenkool drastisch verlaagd.

Zou China dit allemaal doen als zij niet vreesden voor een enorme schadeclaim vanwege dit virus? Zo is de pandemie onderdeel van de wereldwijde machtspolitiek, die de oorzaken van dit virus verduistert.

chemische industrie

De chemie van WO2

Dankzij de Tweede Wereldoorlog heeft de chemische industrie een enorme macht, niet alleen over onze industriële landbouw en voeding, maar ook over medicijnen en dus onze gezondheid. IG Farben, een conglomeraat van meerdere chemische bedrijven zoals Bayer en BASF, staat in de lijst van de tien grootste bedrijven, die het Naziregime tijdens die oorlog steunden. Deze lijst omvat enkele auto-, staal- en kledingfabrikanten en banken, maar ook een uitgeverij en de farmaceut Oetker, die met zijn Dr. Oetker bakproducten aan de wieg stond van de voedselindustrie. Maar van al deze bedrijven staat IG Farben nog steeds symbool als het concern, dat het meest met het Naziregime en hun oorlogsindustrie verbonden was!

Het door hen ontwikkelde pesticide Zyklon B, een chemisch middel tegen plantenziekten, onkruid of schadelijke insecten, is in de onmenselijke vernietigingskampen gebruikt om Joden op grote schaal te vergassen. Die productie van chemische bestrijding is na de oorlog uitgebreid. Hun toepassing werd algemeen omarmd als dé oplossing bij het opschalen van landbouw en voedselproductie, en dus voor voedselzekerheid. Pas begin jaren zestig, als de omvangrijke schade voor het milieu en voor de volksgezondheid in grote omvang uitkomen, worden vele chemische middelen verboden.

Tot op heden blijven de chemieconcerns zogenaamd minder schadelijke middelen uitvinden. Om die bestrijdingsmiddelen in de markt te zetten en ziekteclaims te bestrijden, bedienen ze zich van allerlei praktijken, zoals het betalen van lobbyisten en zogenaamd onafhankelijke wetenschappers. Maar niet alleen de landbouw en voedselindustrie (voor toevoegingen zoals de E-nummers) zijn ondertussen mega afhankelijk van de chemische industrie.

Met de ontwikkeling van vele chemische geneesmiddelen voor mens en dier ontstond een nieuw verdienmodel dat, naast het ‘oude’ verdienmodel van chemie in landbouw en voedselindustrie, voor een steeds grotere omzet en dus big business zorgde.

Aan een gezond en tevreden mens is tenslotte niets te verdienen!

Een gezond gewas van een gezonde bodem

De logica van de biologische landbouw, namelijk dat een gezond gewas voortkomt uit een gezonde bodem en dus gezonde voeding geeft, kun je uiteraard ook toepassen op de mens. Een gezond mens is iemand met een gezonde weerstand, die geen medicijnen behoeft. Voeding bepaalt, tezamen met een gezonde leefomgeving en leefstijl, onze weerstand.

Echter onze opvoeding en onze maatschappij is niet primair gericht op een gezonde leefstijl. Denk daarbij aan de zomertijd die al decennialang gezondheidsschade geeft.

Er is zelfs verrassend weinig onderzoek naar primitieve ofwel basale gezondheid, terwijl onze  geciviliseerde gezondheid uitblinkt in lichamelijke en mentale degeneratie.

Het onderzoek van onze huidige gezondheidszorg bouwt met haar vele nieuwe ‘uitvindingen’ slechts voort op de eigen gecultiveerde gezondheidsproblemen. Een miljoenenindustrie die zichzelf onder allerlei motto’s in stand houdt, en nu de zogenaamde redder is in deze corona-oorlog.

Zonder inzicht in deze door hun gecreëerde markt, zal de invloed van de chemieconcerns op landbouw en voedselindustrie blijven toenemen. Daarbij zal onze samenleving steeds meer op een ziekenhuis gaan lijken, inclusief dagelijkse ontsmetting en mondkapjesplicht.

Wat heeft onze regering eigenlijk gedaan om dit soort wereldwijde virusbesmettingen te voorkomen? En wat gaat onze regering doen om herhaling te voorkomen?

Belangrijke vragen die blijkbaar niet tot onze dagelijkse discussie horen. Nu de overheid als gezag heeft gefaald, worden we overstelpt met richtlijnen van vooral klinische gezagsdragers, die oprecht verzet uitlokken. Want ondanks waarschuwingen bij eerdere uitbraken van dit soort virussen, zoals het SARS-virus (2003) en Q-koortsvirus (2016) en hun relatie met de vee-industrie, is het hen en ook de WHO niet gelukt om deze pandemie te voorkomen.

Gezond verstand en gezonde weerstand geeft zonnige toekomst

Hoewel er in China nu een tijdelijke ban is op het verhandelen en het kunstmatig fokken van wilde dieren, is er geen zekerheid dat dit definitief wordt. En zonder maatregelen blijft het grootschalig fokken van dieren een brandhaard voor nieuwe virusuitbraken.

Een praktijk die uitsluitend kan worden voortgezet met gebruik van chemische geneesmiddelen waaronder antibiotica.  En zo zijn wij dankzij de 2e Wo en de macht van de chemische industrie in een vicieuze cirkel beland, die steeds groteskere vormen aanneemt, zoals het massaal inenten van bevolkingen. Een fenomeen waarvan het einde niet in zicht is.

De oorlog is niet gestopt na de Tweede Wereldoorlog, integendeel: de strijd tegen onze natuurlijke gezondheid en integriteit neemt alleen maar toe. Met enige bewustwording van de werkelijke overwinnaars uit die oorlog, zou je ook niet meer spreken van ‘bevrijding’ en zeker geen ‘bevrijdingsfeest’ vieren, maar je blijven inzetten voor gezond verstand, gezonde weerstand en een gezonde toekomst. Er is al zoveel kennis over hoe het anders kan met biologische oplossingen, laten we die vooral gebruiken en uitbreiden.

Bronnen: ad.nl, bnnvara.nl, boerenbusiness.nl, duitslandnieuws.nl, dw.com, emrojapan.com, eosta.com, groenkennisnet.nl, metronieuws.nl.

 

Ine van Staveren is ex-boerin, ecologisch moestuinierster en auteur van Tussen aardappels en aardolie (roman 2014) en van Het oerparadijs van de jager-verzamelaar: Over de gevolgen van grootschalige landbouw voor man, vrouw en milieu (2018) www.eko-azakh.nl

Wat vindt u van dit artikel?