Top
Klaas van Egmond

Klimaatcampagne

Tekst en foto Klaas van Egmond: Alexis de Roode | Overig Beeld: Pixabay

Emeritus hoogleraar Klaas van Egmond:
“Mijn loopbaan is een oneindige discussie tussen klimaat en economie”

Klimaatverandering is een feit. Wetenschappelijk bekeken kan dit vrijwel zeker worden toegeschreven aan de uitstoot van broeikasgassen door menselijk handelen. Er is zelfs geen tijd meer om te schipperen. Omdat sommige ‘wetenschappers’ zich door belanghebbenden laten betalen om dit tegen te spreken, blijven we in Nederland hangen in de discussie tussen ‘milieu en economie’. Klaas van Egmond volgde tijdens zijn lange carrière de hele opkomst en escalatie van het klimaatprobleem tot nu toe. Hij zoekt antwoord op de vraag waarom de inzichten van klimatologen de afgelopen 50 jaar steevast onderschikt zijn gemaakt aan economische belangen.

Klimaat als drijfveer

Het klimaatprobleem is een grote drijfveer voor Van Egmond. “We gaan in zwaar weer terechtkomen,” zei hij in een interview met De Volkskrant afgelopen juni. De overstromingen in Duitsland, Limburg en Woudsend lieten zien dat dit de waarheid is: “De voorspellingen van de klimatologen in de afgelopen 50 jaar blijken gewoon te kloppen.

De alledaagse werkelijkheid valt samen met wat we uit die modellen weten. Door de opwarming van de aarde nemen temperatuurverschillen af en valt de drijvende kracht uit het weersysteem. Dan gaat een lagedrukgebied stil liggen en blijft het de hele dag keihard regenen.”

Meegaan met de modernisering

Toen Klaas van Egmond in 1946 werd geboren, als zoon van een bloembollenteler, leek er nauwelijks een vuiltje aan de lucht. Het milieu stond nog niet op de agenda, de landbouw was nog gemengd en versnipperd. In zijn protestants-christelijke opvoeding kreeg Van Egmond het arbeidsethos met de paplepel ingegoten: “Mijn vader werkte keihard en in de zomervakantie moesten wij meewerken op de kwekerij. We leefden volgens de inzichten van Max Weber, die geloof, spaarzaamheid en kapitalisme met elkaar verbond. In de loop der jaren zag ik hoe mijn vader meegaand met de modernisering meer bestrijdingsmiddelen ging gebruiken en hoe de stad langzaam over het bedrijf heen rolde. Toen ik later bij de Leidse universiteit kwam vergaderen, was dat op de plek waar vroeger de kwekerij van mijn vader lag.”

Grenzen aan de groei

Eenmaal studerend in Wageningen, voelde zijn protestantse achtergrond onbevredigend. De antroposofie sijpelde toen geleidelijk zijn leven binnen: “Als kind had ik een antroposofisch vriendje. Dat gezin maakte veel indruk op me; er ging een grote rust van uit. Later bij het RIVM kwam ik in contact met Kees Zoeteman, die thuis was in de antroposofie. Dat wereldbeeld vond ik wetenschappelijk meer bevredigend, beter verklarend dan het materialistische wereldbeeld. In 1972 studeerde ik af. Dat was een bepalend jaar voor mij.  Het rapport van de Club van Rome ‘Grenzen aan de groei’ was net uitgekomen en schokte de wereld. Ineens was zonneklaar dat de groei van de mensheid in conflict zou komen met de beperkte beschikbaarheid van natuurlijke bronnen

Klimaat op de agenda

In die tijd had het RIVM dringend behoefte aan milieukundigen, een studie die nog niet bestond: “Met mijn studie Levensmiddelentechnologie werd ik aangenomen en mocht het smog-probleem in de Rijnmond gaan oplossen. Ik begon als assistent-onderzoeker bij luchtverontreiniging, werkte keihard en heb mij in de loop der jaren opgewerkt tot directeur Milieu in 1988. Pas in de jaren ’80 kwam het klimaatprobleem echt op de agenda, toen Jan Rotmans als pas afgestudeerde bij het RIVM begon met de modellering van het klimaat. Daarna werd steeds duidelijker hoe serieus het probleem was.”

Economie als winnaar

Waar Klaas van Egmond verontwaardiging over voelt, is hoe de milieu- en klimaatproblematiek sindsdien altijd ondergeschikt is gemaakt aan economische prioriteiten: “Je kunt mijn loopbaan samenvatten als een oneindige discussie tussen milieu en economie. Of het nou ging over mest en stikstof, smog of klimaat, wij rekenden met het RIVM en het Planbureau al die sommen uit. De resultaten brachten we in bij de politiek, tot de Ministerraad aan toe. Maar uiteindelijk won altijd de economie. Werkgelegenheid en koopkracht waren de magische woorden, daar moest het milieu voor wijken.

Terwijl de economie als wetenschap weinig autoriteit heeft is het klimaat daardoor 50 jaar lang afgeserveerd als onzeker. Onder klimaatwetenschappers heerst nu wereldwijd consensus, alle voorspellingen zijn uitgekomen. In de economie is zelfs over de meest basale begrippen geen overeenstemming. Men begrijpt het verband tussen rente en inflatie niet eens.

Ik ken gerenommeerde economen die nu zeggen: we moeten opnieuw beginnen. Doe dan niet zo arrogant om de economie boven alles te stellen. Enige bescheidenheid zou de economische mens sieren.”

Activistische samenleving

Toch ziet Van Egmond hoop: “De sfeer rond de klimaatdiscussie verandert, het is persoonlijker geworden. Op de universiteit krijgen de gesprekken bij de koffieautomaat een andere kleur. We worden activistischer: we schrijven stukken, praten met kamerleden. We zijn bezig met een terugblik die heel fundamenteel en filosofisch is

Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofie, heeft de kern van het probleem lang geleden samengevat met de woorden ‘Het deel matigt zich aan het geheel te zijn.’

Als een bepaalde waarde zichzelf verklaart tot zaligmakend, schuift men de andere waarden terzijde. Zo dacht de kerk vroeger dat alles religie was. Nu denkt de economie dat alles economie is. Het geld eigent zich de planeet toe. De balans tussen individueel belang (het deel) en collectief belang (geheel) is zoekgeraakt; de staat is door de private sector uitgekleed. Zelfs de geldschepping is uit handen van de staat genomen in 1992, in het verdrag van Maastricht.”

Niet-groeiende economie

Van Egmond zoekt de oplossingen daarom in een radicale herziening van de economie: “Groei kan niet langer het hoogste doel zijn. Als het niet lukt om zaken technologisch op te lossen, moet je als politiek consequent zijn: minder produceren, minder rijden, minder vliegen. Maar Rutte zegt doodleuk ‘We gaan kampioen worden in klimaatbeheersing. Maar het moet wel betaalbaar zijn’. We hebben net corona achter de rug, maar de zittende macht wil door met de groei van Schiphol. Als je het serieus meent met uitstootreductie is dat onmogelijk. Wanneer gaan we erkennen dat de grenzen aan de groei bereikt zijn?”

Toenemende rol van vrouwen

Hoop haalt van Egmond uit de toenemende rol van vrouwen in de samenleving: “Ik zag de #metoo- beweging als een soort vulkaanuitbarsting, het vrouwelijke dat in opstand komt. Daarin zie ik een parallel met moeder aarde die wordt aangerand door de mens. Vrouwelijke waarden zitten ook bij uitstek in de biodynamische landbouw: het verzorgende, het lokale en tijdgebondene. De meeste medische specialisten zijn nu vrouwen. Alleen in de bankenwereld domineren nog de mannen. Maar zelfs daar is verandering: de chef-economen bij de drie grote banken zijn ook vrouwen. Als ik die vrouwen iets zie schrijven of zeggen in kranten, denk ik: dat komt wel goed.”

Ondanks met emeritaat, gaat Van Egmond onvermoeid door. Recentelijk schreef hij de Raad van State brieven over Schiphol en in een nieuw boek getiteld ‘Thrive’ schrijft hij een hoofdstuk over de mogelijkheid van een niet-groeiende economie.

Wat vindt u van dit artikel?