
In het hart van onze matriarchale oorsprong
Tekst: Ine van Staveren | Beeld: Foto boven: Mohnanbau im Geo-Naturpark Frau-Holle-Land/Hohe Meissner, Heinz K.S., 2013, Wikimedia Commons/Creative-Commons-licentie / Overige foto’s:: hagia.de, goetnner-abendroth.de & christel göttert verlag
De gehele Kosmos met Moeder Aarde als levensgenererende kracht eren, zo was onze oorspronkelijke cultuur vanaf de oertijd tot het patriarchale tijdperk. En dat is de kern van het decennialange onderzoek door de eminent geleerde Heide Göttner-Abendroth van onze matriarchale cultuurgeschiedenis en van hedendaagse matriarchale samenlevingen. Vanuit haar Academie HAGIA (sinds 1986) bekrachtigt deze doctor in de filosofie haar kennis met talrijke publicaties, lezingen, conferenties en cursussen. Niet alleen is zij internationaal de bekendste matriarchaatonderzoeker, maar door haar gedegen en gestructureerde manier van werken ook dé grondlegster van het moderne matriarchaatonderzoek.
De Godin en haar Heros
In haar veelgeprezen eerste basisboek Die Göttin und ihr Heros: Die matriarchalen Religionen in Mythen, Märchen, Dichtung (1980/2011) biedt ze een structureel overzicht in de matriarchale geschiedenis van de millennia-oude Grote Godinnen en hun Heros uit de bekende Indiase, Perzische, West-Aziatische, Egyptische, Griekse, Keltische en Germaanse culturen. Daarmee bewijst zij de fundamentele invloed van het oorspronkelijke matriarchale wereldbeeld op onze Europese cultuur, die ook in onze literatuur zoals mythen, sprookjes en heldendichten is terug te vinden. De vele overeenkomsten tussen die verschillende culturen in de matriarchale oergeschiedenis heeft ze overzichtelijk samengevat in structuurschema’s met daaropvolgend hun transformaties naar de patriarchale cultuur.
Deze alomvattende benadering bekritiseert ook de christelijk-patriarchale cultuur, welke al duizenden jaren bezig is onze vrouwelijke culturele geschiedenis te ontkennen, te vernietigen of in bezit te nemen. Door dit historische geweld zijn vooral vrouwen beroofd van hun oorspronkelijke culturele band met de Aarde en de kosmos, en daarop is onze huidige kapitalistisch-patriarchale cultuur gebaseerd.

Heide Göttner-Abendroth (rechts)
De dansende Godin
In haar vervolgboek Die tanzende Göttin: Prinzipien einer matriarchalen Äesthetik (1982/2001) stelt Göttner-Abendroth, dat het voor sociale verandering onvoldoende is, om het verhaal van de matriarchale godinnen opnieuw te vertellen.
Het met alle zintuigen ervaren van het matriarchale wereldbeeld in de dynamische cyclus van de seizoenen, is essentieel voor vrouwen en mannen om het innerlijke evenwicht te herwinnen én een nieuw matriarchaal pad te vinden in onze tijd.
Dit (her)beleven is vooral kunstzinnige bewustwording. Wat volgens de kapitalistisch-patriarchale culturele norm tot ‘kunst’ is verklaard, blijkt niet alleen kunst, wetenschap, religie, economie en politiek van elkaar te hebben geïsoleerd, maar heeft de kunstzinnige creatie afgesneden van de levenskunst en van de verbinding met de samenleving. Deze fragmentatie maakt van die culturele norm een ‘mooie verschijning’, die vooral de heersende elite dient en hun macht in stand houdt.
Opnieuw hebben de negen muzen, als godinnen uit de matriarchale cultuurgeschiedenis, diverse hedendaagse kunstenaars geïnspireerd in woord en beeld, in theater en dans, in nieuwe rituele vormen en in matriarchale landschapskunst. Hun voorbeelden benaderen de oorspronkelijke, matriarchale esthetiek, want niet de individuele prestatie is hun doel, maar de hernieuwde verbinding van de menselijke gemeenschap met de natuurwetten van de Aarde en de kosmos, en dat is de basis van ons bestaan.
Matriarchale Mysteriefeesten
In Die tanzende Göttin beschrijft Göttner-Abendroth tevens haar ontwikkeling sinds 1983 van de Matriarchale Mysterienfeste©. Jarenlang werkte ze met wisselende vrouwengroepen in een artistiek proces om hen het matriarchale wereldbeeld te laten ervaren. Nu veertig jaar later is haar nieuwe boek Symbolik von Erde und Kosmos, Matriarchale Mysterienfeste, Tarotkarten, Astrologie een openbaring. Dat tijdsbestek bleek nodig om die Mysteriefeesten te laten uitgroeien tot een klassieke vorm die beschreven kon worden.
In het eerste deel geeft ze een gedetailleerd overzicht van de viering van de Matriarchale Mysteriefeesten in de seizoenscyclus en van hun vormgeving in de HAGIA Academie. Het ontwerp daarvan berust op de matriarchale cultuurgeschiedenis. Jaarlijks zijn er acht feesten die de seizoenen in Europa op evenwichtige wijze en volgens kosmische wetten volgen. Beginnend met Het Lichtfeest in februari, laten deze feesten de deelnemers niet alleen het matriarchale spirituele wereldbeeld ervaren, maar doen hen ook de magie voelen die elk seizoen met zijn veranderingen in de natuur met zich meebrengt, want ‘De Aarde is de moeder van alle magie’. Tevens is er bij ieder feest aandacht voor oeroude matriarchale volksgebruiken en voor de matriarchale symboliek uit bijvoorbeeld de godinnenmythes van Griekenland, Kreta, Egypte, Soemerië/Babylon, Kleinazië en Palestina en Noordwest- en Midden-Europa.
Vormen en rituelen
Ook legt de auteur de methodiek uit van haar Mysteriefeestrituelen. Zoals het vormen en opheffen van de magische cirkel, waarin de vrouwenkring zich tijdens het festival beweegt, of het buiten beleven van de natuur om de energie op te doen van de seizoenen. Daarbij komen de kleuren van ieder festival overeen met de veranderende kleuren van de Drievoudige Godin, met haar primaire verschijning in wit, rood of zwart. Al deze vormen en rituelen werken samen voor de spirituele ruimte van ieder feest. Met de kleurrijke, sfeervolle foto’s en poëtische teksten, die de essentie van ieder seizoen raken, is dit tevens een bijzonder handboek voor groepen om hun eigen matriarchale seizoensfeesten te vieren, en om de matriarchale geschiedenis te verbeelden.

Herfstfeestaltaar
Omdat deze acht jaarfeesten de loop van de zon volgen en dus zonnefeesten zijn, draagt het hoofdstuk over alle maanrituelen door het jaar heen, op een bijzondere manier bij aan balans en diepgang. De maankalender was tenslotte een ontdekking door vrouwen in de prehistorie, en de maancyclus stond sindsdien altijd centraal in de matriarchale cultuur.
Matriarchale levensfasen
In het tweede deel beschrijft Göttner-Abendroth hoe de matriarchale levensfasen gevierd kunnen worden. Haar spirituele suggesties eren die verschillende levensfasen en geven ze betekenis. Ze volgen over het algemeen de kenmerken van de Drievoudige Godin, die de levensfase van de jeugd vertegenwoordigt in de Witte Godin, de fase van de volwassen vrouw in de Rode Godin en die van de wijze, oude vrouw in de Zwarte Godin.

Godinkaart van het Maaisterfeest
Tarot: Beeldbijbel van de Godinnen
In het derde deel van het boek gaat Göttner-Abendroth dieper in op de matriarchale symboliek van de tarotkaarten. Door haar jarenlange studie ontdekte zij de matriarchale wijsheid in die tarotkaarten, als de Beeldbijbel van de Godinnen, welke ondanks eeuwen van onderdrukking nog steeds bewaard is gebleven. Met deze briljante ontdekking bewijst de auteur wederom de grote invloed van de eeuwenoude matriarchale manier van denken in onze Europese cultuurhistorie. Door een verkeerde interpretatie, zo legt zij uit, zijn deze kaarten veranderd en is hun oorspronkelijke betekenis verloren gegaan.
De Tarotkaarten blijken namelijk gerelateerd aan de acht jaarfeesten met hun matriarchale betekenis en energie, en voor elk feest duidt zij de kaart van de Grote Godinnenfiguren en een kaart van de Heros, als de mens en het pad, dat hij in elk seizoen of levensfase gaat en de opdracht die de mens heeft. Ze benadrukt dat deze kaarten niet bedoeld zijn voor triviale toekomstvoorspellingen.
Matriarchale sterrenbeelden
Hetzelfde voorbehoud geldt voor het vierde deel, waarin zij de matriarchale symboliek in de astrologie analyseert, met als basis haar jarenlange studie van de astronomie en astrologie. Haar verklaringen zijn wederom verbazingwekkend, omdat, volgens de oudste overlevering, uit de namen en kenmerken van de sterrenbeelden, ook blijkt dat deze van de Grote Godinnen afkomstig zijn.
Tijdens het patriarchale tijdperk zijn de namen van de sterrenbeelden namelijk veranderd om hun oorsprong in de matriarchale cultuur te verhullen. Dat begon in het patriarchale Egypte en zette zich voort in het christelijke Europa.
Hetzelfde geldt voor de astrologische toeschrijvingen van Godennamen voor de eigenschappen van de zon, maan en planeten, zoals bijvoorbeeld ‘Mars’, ‘Venus’ of ‘Jupiter’. Oorspronkelijk droegen ze de namen van een Titanenpaar, dat wil zeggen van een Titanide en een Titaan, die gezien moeten worden als oergoden uit de matriarchale cultuur. Hun dualiteit komt overeen met de matriarchale denkwijze, waarbij vrouwelijke en mannelijke kenmerken altijd in evenwicht zijn.
Onder invloed van de patriarchale, hiërarchische cultuur zijn sommige planeetnamen als puur mannelijk gekenmerkt zoals dominant, oorlogszuchtig of almachtig en andere planeten kregen, met vrouwelijke kenmerken zoals verleidelijk, huiselijk of onderdanig, feitelijk een degradatie.

Ons matriarchale hart
Deze herontdekking van ons waardevolle, matriarchale erfgoed in al zijn facetten, voert ons naar een veelzijdige beleving van de matriarchale spiritualiteit. Tevens draagt deze leerweg bij aan bewustwording van de gewelddadige, patriarchale geschiedenis, wat noodzakelijk is voor heling en een nieuw evenwicht tussen vrouwen en mannen. In ieder geval verbinden we ons, door deze matriarchale seizoenscyclus, opnieuw met de magisch-matriarchale dynamiek en wijsheid van aardse en kosmische natuurwetten. In die zin is Symbolik von Erde und Kosmos een solide wegwijzer naar onze matriarchale herkomst.