Top

Het andere Nepal: de tijger achterna

Tekst: Angelique van Os | Fotografie: Henk Bothof

Jaarlijks bezoeken duizenden reizigers het dak van de wereld in het Himalayagebergte. Maar Nepal is een land van uitersten met ook ongerepte regenwouden. En in de dichtbegroeide bossen van Chitwan en Bardia leeft een van de meest bedreigde dieren ter wereld: de tijger.

Het kan elk moment gebeuren. Vanuit het niets kan een grote, sierlijke gestalte met stevige passen over het zandpad struinen, zijn diepe voetsporen achterlatend in de aarde. Het zwarte strepenpatroon camoufleert zijn oranjekleurige vacht die glinstert in de vroege ochtendzon. Bruut word ik wakker geschud uit mijn dagdroom als onze gids Dhan Bahadur Chaudhary, kortweg DB, op de rem trapt. We rijden nog geen vijf minuten over een hobbelig zandpad, of hij heeft al een vers tijgerspoor gevonden. Hangend over de autodeur kijkt hij naar de grond. ìDit is van een mannetje. Dat kun je zien aan de omvang en de afstand tussen de tenen en nagels. Die zijn groter dan van een vrouwtje.î Hij stapt uit en loopt om de sporen heen. ìWaarschijnlijk is de tijger wat gaan drinken bij de rivier.î We lopen stilletjes achter de gids aan, die alleen een stok bij zich heeft ter bescherming. DB volgt als een snuffelende jachthond de pootafdrukken. De adrenaline stijgt. Na een kleine 50 meter is er geen spoor meer te bekennen. Misschien houdt de Phantera tigris, de grootste en sterkste katachtige ter wereld, zich wel vijf meter verderop schuil. De teleurstelling slaat even toe. En dat is niet voor het laatst, want de Bengaalse tijger laat zich niet gemakkelijk zien. Terecht, want het aantal wilde tijgers is sinds het begin van de vorige eeuw met 95 procent afgenomen. Volgens de laatste telling van het Wereld Natuur Fonds zijn er slechts zo’n 3.900 wilde tijgers wereldwijd te vinden. Tijgers worden vergiftigd en gestroopt vanwege hun vacht, als trofee en omdat tijgerbotten een belangrijk ingrediënt vormen van traditionele Aziatische medicijnen. Verder zijn er toenemende mens-dier-conflicten, omdat nog maar zeven procent van het oorspronkelijke habitat is overgebleven.

Ondanks dat het wereldwijd nog niet goed gaat met de tijgerpopulatie, nemen de aantallen gestaag toe doordat sommige tijgerlanden in actie komen. Koploper is India. Hier leven de meeste tijgers, circa 2.967. De kans om ze daar te spotten is het grootst, hoewel het daar dringen kan zijn met vele auto’s die tegelijk op een tijger afkomen. In buurland Nepal, waar 235 exemplaren leven, is het een stuk lastiger en dus een grotere uitdaging. Nepal heeft als enige tijgerland haar populatie verdubbeld in negen jaar tijd, hoewel de aantallen fluctueren. In Chitwan Nationaal Park horen we van DB dat er volgens de laatste telling maar 93 tijgers zijn, in plaats van de bekendgemaakte 120, een aantal dat is gedaald door hevige overstromingen en gevechten met neushoorns in 2017.

Rijdend door het sprookjesachtige regenwoud van Chitwan, begrijpen we al te goed waarom tijgers hier graag vertoeven

Ideale verstopplek

Rijdend door het sprookjesachtige regenwoud van Chitwan, begrijpen we al te goed waarom tijgers hier graag vertoeven. Dit andere, groene gezicht van Nepal vormt de ideale verstopplek. In het laagland van de Terai-regio worden honderden vierkante kilometers aan ongerepte subtropische wouden afgewisseld met savannes en riviernetwerken. Het vormen corridors met India die van levensbelang zijn voor het grootste roofdier, net als voor migrerende olifanten en neushoorns. Chitwan is het bekendste en oudste Nationale Park van Nepal, dat vanwege de biodiversiteit werd uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed in 1973. DB runt er als natuurmanager Tiger Tops Tharu Lodge, dat al bestaat sinds 1964. Zowel hier als in Bardia monitort Tiger Tops in samenwerking met wildlife-organisaties zoals het Nepal Tiger Trust, met cameravallen de populatie van tijgers. Ook werken ze samen anti-stroop patrouilles, ondersteunen ze educatieve projecten en wetenschappelijke onderzoeken. Aangekomen bij de oude vestiging van Tharu, vertelt DB dat twee Texanen, Toddy Lee Wynne en Herb Klein, het gebouw gebruikten als jachtlodge. Natuurbeschermer Jim Edwards en pionier in duurzaam toerisme, Chuck McDougal, transformeerden het bedrijf in 1971 tot een wildlife lodge zonder jachtpraktijken. “Vanaf 1982 moesten we het verblijf verplaatsen naar de huidige locatie, om meer lokale werkgelegenheid te bieden,” vertelt DB. “Hopelijk kunnen we in de toekomst de oude staat in ere herstellen.” Dat verlangen is begrijpelijk, want de locatie en het uitzicht over de rivierbanken en graslanden is werkelijk prachtig. Plots houdt DB zijn vinger voor zijn mond. Op een kleine 20 meter afstand ritselt iets in het gras. De gids pakt geruisloos zijn stok en we sluipen achter hem aan. Opeens maakt hij een haltgebaar. We zakken op onze hurken. Zachtjes fluistert hij: “We moeten voorzichtig zijn: er zit een neushoorn met kalf op tien meter afstand. Als ze ons ziet of ruikt en zich bedreigt voelt, kan ze ons aanvallen om haar jong te beschermen. Laten we teruggaan naar het veldje en achter een boom wachten.” Met zijn ruim twintig jaar ervaring weet DB precies wat hij doet. Geduldig wachten we op de gepantserde eenhoornige neushoorn, die alleen in de Teraiñregio en in de noordoostelijke rivierbanken van India leeft. Ook deze soort is bijna uitgestorven; er zijn circa 1.700 exemplaren over. Het vrouwtje heeft ons wellicht geroken, want ze loopt met een boog om het veld heen. “Kom, ze gaat naar de rivier!” Op gepaste afstand rennen we achter de neushoorn aan. Net op tijd zien we het tweetal het water inglijden en de rivier oversteken.

 

Nepal Langoer aapjes

Langoer aapjes op de uitkijk.

Lokale betrokkenheid

De volgende ochtend rijden we naar de andere kant van het park. De bufferzone tussen de bewoonde wereld en de jungle bestaat slechts uit een ondiepe rivier en een grasstrook. DB vertelt dat de mensen goed voorgelicht worden door en samenwerken met patrouillerende legerposten en natuurconservators. Dat toezicht is van levensbelang voor de tijger en de reden dat ze zo floreren in Nepal. “De afgelopen tien jaar is er geen enkele tijger gestroopt in Chitwan. Vergiftiging komt helaas soms nog wel voor als tijgers vee eten. Gelukkig houden locals steeds beter afstand en weten ze hoe ze zichzelf en hun dieren in veiligheid kunnen brengen. Ze slaan sneller alarm bij de legerposten,” zegt DB met een trotse blik in zijn ogen, terwijl we het betoverende bos binnenrijden. Hij zet zich heel erg in om de lokale gemeenschappen te betrekken bij het park. “Dat we niet meer tijgers hebben, komt mede door de dichte bevolking. Hierdoor vechten de katten om elkaars territoria en voedsel en zijn de overlevingskansen van jongen beperkt.”

Dit verhaal bevestigt ook Julian Matthews, oprichter van TOFTigers. Deze organisatie richt zich sinds 2004 op duurzaam toerisme in India en haar subcontinent, en adviseert overheden daarbij. Betrokkenheid en inzet van locals vormen hierbij een sleutelrol. Ook richt TOFTigers zich op de bewustwording van reizigers die wildparken bezoeken. Inmiddels zijn er 300 leden uit de reisindustrie, van internationale touroperators tot reisagenten en accommodaties aangesloten op TOFT, zoals Tiger Tops. De Nederlandse reisorganisatie All for Nature Travel werkt met beide organisaties samen (zie kader). “Het succes van Nepal komt door het goede werk dat organisaties als Tiger Tops verrichten. Locals voelen zich betrokken omdat ze een rol spelen in het onderhoud van het woud, dat hen voorziet van eerste levensbehoeften. Het creëert werk en zorgt voor betere grensregulering tussen wildlife en dorpen, wat bij elke bufferzone een probleem is. Dit systeem werkt goed en is volgens mij de toekomst van duurzaam toerisme en het behoud van natuurconservatie. We hebben Tiger Tops hiervoor een Award toegekend in 2016”, aldus Matthews.

 

Gierenrestaurant

Terug naar onze safari. Na een zee van varens bereiken we open graslanden. Door jaren te lobbyen heeft DB samen met de dorpelingen 200 hectare boslandschap veranderd in een rijke savanne. Hierdoor zijn er meer herten en dus ook tijgers. Helaas zijn de gestreepte katten nergens te bekennen. Wel worden we opnieuw verrast door een neushoorn, die midden op de weg staat. Hij verdwijnt in het struikgewas en neemt een duik in een sloot. DB rijdt de auto een stukje verder. Even later verschijnt de neushoorn nieuwsgierig uit de bosjes en staart ons op nog geen vijf meter aan.

Na deze bijzondere ontmoeting rijden we door naar het paradepaardje van DB: het Jatayu gierenrestaurant. Ook dit project heeft hij opgezet met de lokale bevolking. In 2006 waren er nog maar 72 gieren in Chitwan. De meesten zijn vergiftigd door het eten van overleden en achtergelaten vee dat tijdens hun leven diclofenac toegediend kreeg. “Het zou enorm schelen als boeren geen pesticiden zouden gebruiken. Gieren spelen een cruciale rol bij het opruimen van bacteriën en ziekten door de karkassen die ze consumeren. Hun afwezigheid verandert het ecosysteem.” DB bedacht het eerste giervoercentrum in Nepal. Het biedt verzorging van gezond oud vee en wanneer de dieren doodgaan is het veilig voedsel voor de gieren. “Door de belangstelling van vogelaars levert het ook werk op. Er zijn inmiddels zeven gierenrestaurants in Nepal en we hebben 217 vogels gered, waarvan er 67 hier geboren zijn.”

Aangekomen bij het veld en een grote voliére waar tien gieren gretig op hun eten wachten, verschuilen we ons in een uitkijkpunt. Na een paar minuten dropt iemand een flink stuk vlees op het gras. Het duurt lang voordat de schuchtere vogels op het voedsel afkomen. Uiteindelijk duiken ze in groten getale op het vlees. DB kijkt tevreden naar het tafereel en zegt: “Dit soort projecten maakt me een blij mens. Het is mijn droom om een modern, duurzame conservatie voor mens en dier te creëren. Ik kom daar steeds een stapje verder mee.”

 

Veilige haven

Ook in het minder drukbezochte Bardia National Park komt de Bengaalse tijger voor. Het leefgebied van de tijger is uitgebreid doordat het nabijgelegen Banke National Park met Bardia is samengevoegd. De parken tellen maar liefst 75 legerposten die het volledige gebied bewaken en vormen zo een veilige haven van 2.231 vierkante kilometer. In 2019 zijn er tussen de 93 en 97 tijgers gespot en dankzij het strenge toezicht komt stropen niet meer voor. Bardia lijkt qua vegetatie erg op Chitwan, hoewel het bos minder dichtbegroeid is. Hier leven onder andere de zeldzame gangesdolfijnen, lippenberen, gavialen (krokodillen met langwerpige bek), enkele neushoorns, olifanten en luipaarden. Na een prettig verblijf in een Homestay (zie kader) even buiten het park, haalt Bhim Bahadur Thanet ons in alle vroegte op per jeep op. Hij is onze nieuwe gids en ruim 33 jaar verbonden aan Tiger Tops. Hij heeft ontstellend veel kennis van tijgers en het leven in het park en vertelt daar uitgebreid over. Onderweg vinden we veel verse tijgersporen en uitwerpselen. We wachten een kwartier, soms een half uur op diverse uitkijkplaatsen waar dieren regelmatig oversteken en water drinken, maar hebben geen geluk; ook al zit je op de perfecte plek, het dier moet maar net voorbij komen. Een tijger slaapt vijf tot twaalf uur in tegenstelling tot andere katachtigen die wel minimaal achttien uur tukken. Door de beweeglijkheid en de dichtbegroeide vegetatie is het daardoor lastiger om tijgers te spotten. Ook markeert een tijger zín territorium van circa drie kilometer veelal in cirkels door te sproeien en strepen achter te laten. Hierdoor is het zelfs voor getrainde spoorzoekers lastig om het begin- of eindpunt van een spoor te traceren en te weten welke kant het dier opgaat.

 

Alarmroep

Bhim geeft de moed echter niet op, en aan het begin van de middag ontdekt hij een vers spoor. “Dit is slechts een uurtje oud, schat ik. De pootafdruk is volledig schoon, zonder vegen. Vermoedelijk van een groot mannetje”, fluistert de gids. Bhim verkent het pad. Het is verwarrend, want het spoor loopt meerdere kanten op, alsof de tijger zich bedacht heeft. We springen in de auto en rijden turend over de savanne en door het bos rond. Niets. Na een grote ronde keren we terug naar het beginpunt van het spoor. Op het veld loopt een groepje herten. Plotseling staan ze stil en staren alert naar het hoge gras. Een waarschuwende kreet van een aapje volgt. “Tijger!” zegt Bhim opgewonden. “Dat is een alarmroep. Kijk, de herten gaan er vandoor!” Er zijn nieuwe, kleinere sporen bijgekomen. Bhim volgt de blik van het aapje. “Kom mee!” Hij grijpt zijn bamboestok en we rennen hem achterna. En dan, op zo’n 100 meter afstand, verschijnen de contouren van een tijger. De ontmoeting duurt slechts 30 seconden, want het vrouwtje heeft ons gehoord. Ze werpt vluchtig een blik over haar schouder en staart ons enkele seconden aan. Dan verdwijnt ze vliegensvlug in het gras. Wat een intense ervaring! “Tijgerinnen zijn erg schuw en nemen snel de benen. De mannetjes kunnen juist pronkend over het zandpad lopen. Laten we kijken of we haar opnieuw kunnen vinden met de auto,” zegt Bhim.

Eindelijk, daar is onze tijgerin. En staren we heel even oog in oog.

 

 

Helaas lukt dat niet, maar na enige tijd klinkt er een hoog wanhopig geblaf: er wordt een muntjak, een “blaffend” hert gedood. We gaan opnieuw te voet verder. In het metershoge gras is dat een risico, maar we vertrouwen op de gids. “Mochten we een tijger treffen, blijf dan in een lijn achter mij. Wat er ook gebeurt, ren niet weg en raak niet in paniek, want dan komt hij achter je aan.” We banen ons een weg door het dichte groen. Mijn blik schiet alle kanten op en mijn hart klopt in mijn keel. Meer kreten volgen; we komen dichterbij. De spanning ebt weg als we een groepje herten zien verdwijnen naar de rivier. Hun alertheid neemt af, het gevaar is geweken. Lopend langs de oever herkent Bhim markeersporen. “Dit is een ander mannetje dan vanmorgen. We zijn in een grensgebied van twee tijgers met meerdere tijgerinnen,” fluistert hij. We verschuilen ons in de struiken en wachten. Aan de overkant horen we plots een soort zacht gesmak en krakende botten, maar helaas komt de tijger niet tevoorschijn. We gaan terug. Opeens komt een zeer sterke bloedgeur ons tegemoet. Bhim: “Kijk naar het platte gras, daar heeft een tijger gelegen. Ik vermoed dat de kat zijn prooi een stukje verder heeft gesleept. Daar gaan we niet kijken, dat is te gevaarlijk.”

 

Eigen plan

De twee dagen daarna hebben we minder geluk: het is druk in het park. Volgens Bhim verstoort het toenemende aantal auto’s de rust van de tijgers; ze verstoppen zich meer en het levert stress op. We wachten bijna drie uur op een prachtig uitkijkpunt en zien alleen wat herten en aapjes. Bij een ander, hoger gelegen punt aan het water wordt ons wachten beloond. Een groot atletisch lijf beweegt zich met statige passen voort door het laagstaande water. Door de verrekijker zie ik zijn prachtige vacht nog mooier glinsteren dan in mijn dagdroom. Helaas loopt de tijger niet langs de rivierbedding. Hij steekt over en even onverwachts als hij kwam, is hij weer verdwenen. We proberen hem met de jeep op een andere plek op te wachten, maar de tijger trekt wederom zijn eigen plan. In de verte klinkt enkel het alarm van het blaffende hert. Daarna blijft het stil. En van de bijna onzichtbare tijger vernemen we geen enkel spoor meer.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt dankzij: All for Nature Travel, het Nederlandse Consulaat Generaal van Nepal en Tiger Tops. Dank aan Nikon Nederland voor het ter beschikking stellen van een AF-S 200-400 mm lens.  
Nepal sadhu

Heilig Lumbini

Tussen Chitwan en Bardia ligt in het Rupandehi district de geboortestad van Siddhartha Gautama, oftewel: Boeddha (623 v. Chr). In 1997 is dit tempelcomplex uitgeroepen tot UNESCO-Werelderfgoed, maar het is al duizenden jaren een bedevaartsoort dat vele pelgrims vanuit de hele wereld trekt. In de heilige zone vind je de Mayadevi-tempel, die met een markering van archeologische resten de exacte geboorteplek aangeeft. Buiten het gebouw staat de Ashokan-pilaar, met daarop de oudste inscriptie van Nepal en het bewijs dat Boeddha hier vandaan komt. Bij de heilige vijver, waar een geboorteritueel zou zijn uitgevoerd, mediteren regelmatig monniken. Bewonder ook de vele Oosterse (Theravadin) en Westerse (Mahayana en Vajrayana) rijk gedecoreerde tempels en kloosters.

Tip: ga met een gids op pad, die kent de geschiedenis goed en weet de weg.
Beste bezoektijd: einde middag, begin van de avond.

Wat vindt u van dit artikel?

Angelique van Os is schrijver, o.a voor: Jazzism, OOR, Villa d'Arte, Luister, Camera Magazine, De Fotograaf, Pf. en vele andere titels. Programmeur: Theater De Tamboer, Hoogeveen & festival Jazz Vibes. Projectleider: Kunstbende Drenthe. Workshops & coördinatie/hoofdredactie: festivalkrant theaterfestival Jonge Harten. Organiseert zelf schrijfworkshops/cursussen m.b.t. Reizen en Cultuur in samenwerking met fotograaf Henk Bothof.