
Zo houdt Valkenburg droge voeten
Tekst: Frans van der Beek | Beeld: Wikimedia / natuurkracht.org / Pera & Boy Naaijkens
Ontkenners van de klimaatcrisis zul je in Valkenburg niet veel tegenkomen. In 2021 werd de Limburgse stad overspoeld door kolkend water. Voor de inwoners van de charmante stad het bewijs dat de opwarming van de planeet ook lokaal dramatische gevolgen kan hebben.
“Kijk,” zegt de gids die mij op een zomerse dag ontvangt op een terras in Valkenburg. “Zie je dat hek? Nou, het water stond tot die hoogte.” Het is nauwelijks voorstelbaar hoe traumatisch die watersnood moet zijn geweest. Vier jaar later is er een initiatief gestart dat de veiligheid voor de toekomst moet garanderen. Niet vanuit de overheid, maar door de getroffenen zelf.
Die ochtend is er op het plein in het centrum een expositie geopend met foto’s op plakkaten waarop de suggesties van de inwoners illustratief worden vermeld. De expositie reist de komende tijd door de provincie om zoveel mogelijk mensen te attenderen op het motto ‘Water vasthouden en vertragen in het Geuldal’. Daarbij is het de bedoeling om natuur in te zetten tegen wateroverlast en droogte. Die kar wordt getrokken door de coalitie Natuurkracht in samenwerking met diverse milieubewegingen.
Gevaren ontwijken
De watersnood is helaas geen uniek verschijnsel. Extreem nat en droog weer zal steeds vaker voorkomen. Dat schreeuwt om ingrijpende maatregelen. De Limburgers wachten niet af wat de notabelen van bovenaf ondernemen om de gevaren te ontwijken. Ze nemen zelf het heft in handen. Natuurkracht stelde daarom een rapport op waarin zes richtingen naar een oplossing worden benoemd. Die betreffen de opvang van regenwater door begroeiing en meer absorptie door de bodem. Ook het vertragen en vasthouden van afstromend water en het ruimte geven aan natuurlijke overstromingsvlaktes.
Te veel tegels en asfalt
Dat is nodig omdat het huidige landschap niet meer in staat is grote hoeveelheden hemelwater goed te verwerken. Dorpen en steden zijn zo betegeld en geasfalteerd dat water bij heftige buien niet anders kan dan woest kolkend door de straten stromen.
Op hellende plekken zonder bomen en struiken is de rem op het water verdwenen. Het dichtbevolkte dal is dan de dupe. De oplossing is ‘natuurlijke sponswerking’ waardoor regenwater wordt opgenomen, opgeslagen en vertraagd weer afgegeven.
De coalitie Natuurkracht pakt de zaken met daadkracht aan. Ze nodigt provincie, gemeenten, waterschap, grondeigenaren, bedrijven, burgers, plannenmakers en ontwerpers uit om in actie komen. Ze willen de kans voor natuurlijke maatregelen uitwerken en realiseren. Geen dure en industriële machinerie, maar de natuur het werk laten doen.
Drie principes
Een uitzonderlijk voorstel met een vernuftig uitgewerkt plan, met een accent op de functie van bodemleven en vegetatie. Met de reizende foto-expositie van de inbreng van getroffenen wordt de aandacht op dit streven gevestigd. Daarbij worden drie principes gehanteerd: beschadig de natuur niet, benut de kracht van de natuur om wateroverlast en droogte te bestrijden en help de natuur om zich aan te passen aan klimaatverandering.

Natuurkracht.org is de website waar alle informatie over de activiteiten en de ontwikkelingen worden bijgehouden. Je vindt er bijvoorbeeld diverse fietsroutes om het bedreigde landschap te doorkruisen met als boodschap: Laat je inspireren door de natuur én elkaar om samen te leren hoe we droge voeten houden. Er is een onlinetraining te vinden hoe je zelf kunt bijdragen aan de strijd tegen het wilde water.
Zuid-Limburg geeft daarmee een bezielend visitekaartje af. Het is geen sinecure om de verstoorde natuur zelf in te zetten om de overlast in toom te houden. Daar is mensenwerk en samenwerking voor nodig.

Ik kijk vanaf het zonovergoten terras nog even rond waar slenterende toeristen genieten van wat Valkenburg te bieden heeft. Geen druppel te bekennen. Het is weer kurkdroog en dat willen ze graag zou houden met hun ambitieuze project. Die droogte maakt wel dorstig! En daar hebben ze in Limburg ook een praktische en prettige oplossing voor.
“Ober, graag nog zo’n frisse gele jongen met een wit petje…”